Nick Keijser: over  verdiepend bewegingsonderwijs, de dynamische schooldag en weerbaarheid.

Nick Keijser is vakdocent bewegingsonderwijs op basisschool de Waterhof in Delft. Naast bewegen verbeteren heeft hij tijdens zijn lessen ook veel aandacht voor bewegen regelen en bewegen waarderen. Op zijn school is een dynamische schooldag ontwikkeld. Bewegen zit in het DNA van de school en is een van de belangrijkste pijlers in de visie. Kinderen leren beter bewegen, bewegen veel tussen het leren en het leren wordt ondersteund door bewegen. Nick is de coördinator van het beweegteam. Naast zijn werkzaamheden op school geeft hij inspiratie en informatie workshops over de dynamische schooldag door heel Nederland. Nick is de winnaar van kamp van koningsbrugge seizoen 4 en heeft waardevolle ideeën over fysieke en mentale weerbaarheid en veerkracht.

Onderwerpen

Introductie en achtergrond van Nick

Van “bewegingsonderwijs” naar “verdiepend beweegonderwijs”.

Kwalificatie, socialisatie en subjectificatie worden nu genoemd als leren bewegen, samen bewegen en betrokken bewegen.

Loopt het, Lukt het, Leeft het & de link met Biesta

“Loopt het” = organisatie en samenwerking. (Nick: “Kunnen kinderen met elkaar het bewegen samen regelen? Dat is de basis.”)

“Lukt het” = motorische ontwikkeling en vaardigheden. (Nick: “Het leren bewegen begint met lukken. Als het niet lukt, kan je niet verder groeien.”)

“Leeft het” = motivatie en eigen beweegwensen. (Nick: “Hoe zorg je ervoor dat kinderen ook vanuit hun eigen beweegwensen kunnen deelnemen? Dat is leeft het.”)

Het Delftse Didactische Kader:

– Loopt het (samenwerking): Samen regelen, sfeer, schoolvakwerkplan.

– Lukt het (beweegactiviteit): Beweeguitdaging, beweeguitvoering, beweeguitbouw.

– Leeft het (motivatie): Autonomie, binding, competentie.

Verdiepend beweegonderwijs en lessenreeksen van vier lessen ( Nick: “Als vakleerkracht kon ik nooit écht de diepte in. Nu, met verdiepend beweegonderwijs, heb ik tijd om kinderen echt beter te leren bewegen.”)

Dynamische schooldag

Een dagindeling waarin zitten en bewegen elkaar afwisselen.

Actief transport naar school, beweegtussendoortjes, en dynamische werkvormen.

Nick: “Bewegen loopt als een golfbeweging door de dag heen. Dat is wat een dynamische schooldag is.”

Weerbaarheid en veerkracht in bewegingsonderwijs (Weerbaarheid: omgaan met tegenslagen op het moment zelf. Veerkracht: terugkomen na een tegenslag.

Stoeivormen: kinderen leren omgaan met winnen en verliezen. (Nick: “Ik zet bewust twee haantjes tegen elkaar. Hoe gaan ze om met verlies?”)

Bokszakken: fysieke en mentale doorzettingsvermogen testen. (Nick: “Eerst 50 slagen, daarna 55. Zie je, je kan altijd verder!”).

Skaten na een val: kinderen helpen om weer te durven. (Nick: “Eerst vasthouden, dan loslaten. En ineens doen ze het zelf!”)

Twee reflectievragen voor leraren bewegingsonderwijs

Hoe kan ik ik het rustiger aan doen in mijn lessen en tegelijk echt aandacht besteden aan alle drie de doeldomeinen (bewegen verbeteren, bewegen regelen, bewegen waarderen) ?

Hoe kan ik veerkracht en weerbaarheid integreren in mijn bewegingsonderwijs?

Drie call-to-actions voor leraren bewegingsonderwijs:

Probeer een lessenreeks van vier lessen waarin je dezelfde activiteiten aanbiedt, maar steeds een ander perspectief centraal stelt.

Introduceer een dynamische schooldag-element, zoals een beweegtussendoortje of actief transport stimuleren.

Onderzoek waar momentjes van weerbaarheid en veerkracht in de les zitten en hoe je deze kunt optimaliseren.

Video van de podcast

Audio van de podcast

Acht meerkeuze vragen voor de luisteraars

1. Wat is het belangrijkste doel van ‘Loopt het’ in bewegingsonderwijs?
a) Kinderen leren zelfstandig spelen
b) Kinderen leren met elkaar samenwerken en afspraken maken
c) Kinderen leren moeilijke bewegingen uitvoeren
d) Kinderen werken aan hun conditie
(Antwoord: b)“Kunnen kinderen met elkaar het bewegen samen regelen? Dat is de basis.”

2. Wat is een voordeel van verdiepend beweegonderwijs?
a) Elke les heeft andere activiteiten
b) Docenten krijgen minder werkdruk
c) Er is meer tijd om kinderen écht beter te leren bewegen
d) Kinderen leren alleen door competitie
(Antwoord: c)“Nu, met verdiepend beweegonderwijs, heb ik tijd om kinderen echt beter te leren bewegen.”

3. Waarom worden er vier lessenreeksen gebruikt?
a) Zodat de vakleerkracht minder hoeft voor te bereiden
b) Om herhaling te voorkomen
c) Om verschillende perspectieven per les te behandelen
d) Om meer theoretische uitleg te geven
(Antwoord: c)“Elke les staat er een ander perspectief centraal.”

4. Waarom is een dynamische schooldag waardevol?
a) Kinderen worden fysiek actiever en leren beter
b) Het bespaart tijd voor leerkrachten
c) Kinderen kunnen meer huiswerk maken
d) De schooldag wordt korter
(Antwoord: a)“Bewegen loopt als een golfbeweging door de dag heen.”

5. Hoe wordt weerbaarheid geoefend in bewegingsonderwijs?
a) Door tegenslagen te vermijden
b) Door reflectie en uitdagende activiteiten
c) Door alleen fysieke oefeningen te doen
d) Door enkel competitie
(Antwoord: b)“Zie je, je kan altijd verder!”

6. Wat is een belangrijk principe van ‘Leeft het’?
a) Strikte regels volgen
b) Eigen beweegwensen van kinderen meenemen
c) Alleen motorische vaardigheden ontwikkelen
d) Klassikale instructie geven
(Antwoord: b)“Nu mogen ze creatief zijn en het aanpassen aan hun eigen wensen.”

7. Wat is een van de drie kernaspecten van ‘Lukt het’?
a) Beweeguitvoering
b) Sociale interactie
c) Plezier in bewegen
d) Teamspirit
(Antwoord: a)“Het leren bewegen begint met lukken. Als het niet lukt, kan je niet verder groeien.”

8. Hoe helpt skaten bij het ontwikkelen van veerkracht?
a) Het helpt kinderen snelheid te ontwikkelen
b) Het leert kinderen om te gaan met vallen en opnieuw proberen
c) Het zorgt ervoor dat kinderen sneller leren draaien
d) Het is een eenvoudige activiteit zonder uitdaging
(Antwoord: b)“Eerst vasthouden, dan loslaten. En ineens doen ze het zelf!”

Bronnen