De aan en uit wissel van high performers

Wat maakt dat operators wel of niet razendsnel kunnen switchen tussen ‘uit en aan’ en omgekeerd? Een vraag die Raymond van der Wal en ik ons onlangs stelden. Henk Kraaijenhof had het wel eens over de ‘fast switch’ , niet te verwarren met ‘fast twitch’ alhoewel die laatste ook goede eigenschappen heeft. Wat is dan die ‘fast switch’? Een persoonskenmerk? Een cognitief vermogen? En de relatie met gezondheid (hoe snel kun je ook weer uit…of blijf je de hele tijd aan)? Is het te trainen en te verbeteren? Vandaag start mijn dag weer met meer vragen dan antwoorden.

Mijn mentor Henk Kraaijenhof spreekt over de fast switch: “Wat mij betreft zijn er een aantal biomarkers voor deze eigenschap (“rate of arousal development”) 1. reactietijd en/of beslissingstijd (goed en gemakkelijk meetbaar) 2. de status van het autonome zenuwstelsel, sympaticus vs. parasympaticus, hoe snel reageren deze beiden op een prikkel (alweer eenvoudig in kaart te brengen en dus veel gedaan) bij zowel operators als topsporters. Een genetische component is vrijwel zeker aanwezig”.

“We kennen allemaal het fenomeen van mensen die snel of langzaam schakelen van rust naar activiteit en omgekeerd (zeker net zo belangrijk- afschakelen). Het was gewoon eene observatie van me, ook aan de hand van mijn testen, die ik een naam heb gegeven.Aldus Henk.