
GASTBLOG PATRICK HARTOG!
Wat zijn belangrijke elementen van een goede (politie) training vanuit perspectief van een politie agent zelf? Dit vroeg ik aan Inspecteur van politie Patrick Hartog. In een gastblog hieronder deelt hij zijn ideeen over effectieve en verantwoorde (politie) training. Een geluid uit de praktijk!
Bouwsteen 1: de training en inzet zijn pas voorbij na de debriefing!
Hiermee bedoel ik dat je de cirkel rond moet maken in je ontwikkeling als persoon en als team. Cyclisch leren en trainen. Een fundament is de visie dat een inzet pas voorbij is na de debriefing!
Intern hebben we nogal de neiging om na de aanhouding de mindset te hebben dat de inzet dan voorbij is. De doelstelling is vooral om de verdachte aan te houden. En die doelstelling is behaald bij de aanhouding van deze. Het heeft tijd gekost om hierop een andere mindset te krijgen. Nogmaals, de inzet is pas voorbij na de debriefing.
Opmerking Erik Hein: dit is herkenbaar vanuit eigen ervaring. Als de boef gepakt was dan hadden we het goed gedaan. Ik vroeg dan vaak: hebben we het goed gedaan of is het goed gegaan?
Bouwsteen 2: De debriefing is input voor komende trainingen
Het debriefen gebruik ik voor basis van het trainingsprogramma. Ik heb het hierin ook over de debriefing na daadwerkelijke inzetten. Tijdens een inzet komen zaken en of ervaringen naar voren die in een debriefing besproken worden. Aan de hand van deze opmerkingen heb ik gesprekken met de trainingsdocenten (IBT) om aan de opmerkingen uit de debriefing de komende tijd aandacht te geven in het trainingsprogramma. Debriefen nav een inzet/actie zijn vooral geënt op de operatien.
In de debriefing komen de punten naar voren waarop wij, als team, ons de komende tijd zullen moeten richten om het team nog beter en efficiënter te laten presteren. De debriefing geeft mij, als eindverantwoordelijke, ook de handvatten om het komend trainingsprogramma op te stellen met de twee trainingsdocenten.
Vanuit de debriefing komt dan de “wat” vraag naar voren voor de aandachtspunten voor de komende trainingen. Samen met de trainingsdocenten bespreek ik dan de “hoe” vraag. Hoe vullen we de training cyclus in voor de komende tijd?
Methode van debriefen
Welke methode ik hierbij gebruik ligt ook een beetje aan de inzet en emotie van het team. In grote lijnen gebruik ik altijd: Eerst stoom afblazen als het team bij elkaar is. Aansluitend wordt de debriefing ingericht om het hele proces/actie te doorlopen op kennis, ervaringen en ontwikkelpunten. Zelf hanteer ik daar de begrippen van faseringen voor. Bij de debriefing is iedereen aanwezig en niemand gaat weg zonder overleg. Een voorbeeld:
- Briefing (was alles duidelijk?)
- Fase I aanrijden tot opstellocatie
- Fase II opstellen en aanlopen
- Fase III entry
- Fase IV schonen pand + veiligstellen aanwezige personen en of aanhouding verdachte
- Fase V afvoer verdachte + overdracht pand aan BPZ/rechercheteam
- Fase VI verzamelen + debriefen
Onderhoud en trainingen
Bij de debriefing en training is de doelstelling vooral om te leren als team. Niemand is belangrijker dan het team. Maar ook als individu binnen het team.
Debriefen en vertrouwen
Voor een goede debriefing dient de commandant te bouwen aan een groepscultuur van vertrouwen. Vertrouwen is een kritische succesfactor voor een goede en diepe debriefing.
In mijn tijd als sectiecommandant heb ik geleerd om bij een debriefing geen toeschouwers/meelopers toe te laten. De groep spreekt dan niet alles uit. Ikzelf had wel eens de visie om open te zijn voor iedereen met het team. Die visie houdt stand tot aan de debriefing. Dit is het moment waarop teamleden mekaar in vrijheid aan willen spreken. De feedback die in de debriefing besproken wordt is kritisch, positief bedoeld om het team beter te maken en opbouwend. Deze feedback wordt ook in de “ik” vorm uitgesproken. Als commandant had ik hier een belangrijke rol in te vervullen. Ook dit zijn momenten waar vertrouwen gebouwd wordt binnen een team. In deze is het ook belangrijk dat een commandant iedereen de gelegenheid geeft om aan het woord te komen.
Bouwsteen 3: Besteed aandacht aan groepsdynamica en mentale vorming,
Voor de inrichting van de trainingscyclus hanteer ik altijd een scan op onderwerpen vanuit proceduretraining, groepsdynamica en mentale vorming. Met name de laatste twee, groepsdynamica en mentale vorming, geeft veel creatieve ruimte voor invulling. Neem bijvoorbeeld het ‘spelen’ met de rangorde.
In onze beroepsgroep is altijd een ongeschreven rangorde van toepassing. Als we de dojo ingaan dan kun je het team op een bepaalde volgorde wegzetten met links de meest vaardige en rechts de minst vaardige. Dit geldt voor allerhande enkelvoudige trainingsvormen, schietbaan, hindernisbaan, werken op hoogte, etc. etc.
Wat ik altijd geprobeerd heb, samen met mijn twee trainingsdocenten, is om periodiek die ongeschreven rangorde door middel van groepsdynamische en mentaal vormende oefeningen te doorbreken. Als wij een dergelijke oefening gehad hebben dan zie je, als leidinggevende, ook daadwerkelijk een verandering in de groepsdynamiek.
Bouwsteen 4: De drie eigenschappen van een goede docent
Voor mij zijn de belangrijkste eigenschappen voor een goede docent/trainer sensitief te zijn voor hetgeen de groep nodig heeft. Durf te schakelen tijdens een training als je ziet dat een groep/team op een onderwerp meer tijd nodig heeft. Ga je training dus niet “afraffelen” omdat je dat zo gepland had als docent.
Zorg dat je als docent weet waar je groep (in) staat. Ga met regelmaat mee met daadwerkelijke inzetten. Dit is gelijk voor de docent zelf een toets om te zien of hetgeen de afgelopen tijd getraind en geoefend is ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt.
Bouwsteen 5: Contact maken
Voordat de trainingsdag aanvangt heb ik als eindverantwoordelijke en de twee trainingsdocenten iedereen een hand gegeven. Daarna bespreken we het verloop van de dag en wat we precies gaan trainen. Hierop worden de leden ook gevraagd of zij nog dingen missen in of aanvullingen hebben voor deze training.
Bouwsteen 6: Geef een goed voorbeeld
Laat zien dat wat je van de groep vraagt dat je dat zelf ook kan en wil. Zorg dat je meedoet met de training en de oefening actief begeleidt. Waarbij wel geldt dat meedoen voor een docent iets anders is dan meedoen als groepslid.
Bouwsteen 7: Ben een facilitator van reeds aanwezige kennis en ervaring
Kennis zit al in de groep. Zij hebben de praktijkervaring. Onderschat die ervaring en kennis niet! Probeer een omgeving te creëren waarin de groep kritisch is op zichzelf en zelf de punten aangeeft om te verbeteren. Zie jezelf als docent/facilitator om die kennis en ervaring op te halen en verder te trainen.
Bouwsteen 8: Train as you fight.
Durf in de training dit zo dicht mogelijk te benaderen. Je ziet momenteel spanning ontstaan tussen de huidige veiligheidsmaatregelen tijdens trainingen en de situatie waarin het team in de praktijk voor staat. Let wel dat de veiligheid nooit in het geding mag komen bij trainingen. Maar we kunnen wel kritisch kijken naar de effectiviteit van de trainingen met veiligheidsnormen die op een ander niveau liggen dan de vraag om te werken in het hogere geweldspectrum.
Bouwsteen 9 : Plaatje, praatje, daadje
Wat training betreft denk ik dat het goed is eerst een voorbeeld te geven. Laat het eerst zien aan de groep en geef een voorbeeld. Leg daarna uit wat ze zojuist gezien hebben en waarom dingen in het voorbeeld zo getoond zijn. Laat daarna de groep zelf oefenen.
Plaatje/praatje/daadje is eigenlijk alleen voor trainingsmomenten. In principe probeer ik hetgeen ik wil laten zien in “stukjes” te hakken. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad of afbreukrisico is het praatje langer of korter.
Met name bij een vaardigheidstraining is het praatje heel belangrijk. Om vaardigheden intrinsiek te trainen en in te laten slijten m.b.v. drills heeft een teamlid de reden en het waarom nodig.
Gedrag is eenvoudig te veranderen maar als het waarom er niet bij uitgelegd wordt dan mis je de intrinsieke belangstelling om te verbeteren bij het teamlid. Het risico bestaat dan dat als de medewerker even niet onder het toeziend oog van de leidinggevende is dat hij/zij dan terugvalt in het oude gedrag.
Voor mij speelt dit niet alleen binnen een specialistisch team maar is dit iets waar altijd en door iedere leidinggevende rekening mee gehouden moet worden in een team medewerkers.
Bouwsteen 10: Teamwork
Het doel is het team in efficiëntie, synergie en veiligheid naar een steeds hoger level brengen.
Biografie Patrick Hartog
Mijn naam is Patrick Hartog. Na een kleine 10 jaar binnen defensie te hebben gewerkt heb ik de overstap gemaakt om bij de politie te werken. Vanuit defensie was het specialistisch werken mij al met de, spreekwoordelijke, paplepel ingegoten. Zo ook binnen de politie bleef het specialistisch werken kriebelen. Binnen de politie heb ik inmiddels verschillende functies doorlopen, sommige fulltime andere gekoppeld vanuit een nevenfunctie. Het mooie aan dit soort werk is het teamverband waar een hoge mate van loyaliteit en commitment naar het team zit. Voor mij is de mate van loyaliteit en commitment “normaal” maar het meest bijzondere van werken in dergelijke teamverbanden vind ik toch echt de mate van creativiteit. Het is echt denken en zoeken naar mogelijkheden in een wereld van onmogelijkheden. Zowel in mijn functies binnen defensie als ook mijn loopbaan binnen de politie heb ik het altijd een eer gevonden om leiding te mogen geven aan, en faciliteren van dergelijke teams.