Van Reality Based naar Representatief trainen

Ik wil een voorstel doen om de term Reality Based trainen (RBT) te vervangen en sta open voor feedback. De term RBT – opgevat als nabootsen van de realiteit in de training- zet trainers op een dwaalspoor en geeft geen concrete handvaten. Eerst iets over ‘realistisch trainen’: hoe wedstrijd realistisch traint Ajax elke training? Bootsen ze in de training de wedstrijd na? Met realistisch fysiek contact? Traint Daphne Schippers alleen maar ‘realistisch’ op sprint schoenen op de atletiekbaan? Bootsen goed geïnformeerde topsporters in hun krachttraining sportbewegingen na? Het begrip realistisch trainen – opgevat als nabootsen van de werkelijkheid – is onzorgvuldig en kan tot onwenselijke trainingspraktijken leiden.

Naast de onmogelijkheid (denk aan veiligheid) en onwenselijkheid (het is goed om delen uit de werkelijkheid te halen en te oefenen) van het nabootsen van de werkelijkheid is er derde probleem. RBT voedt namelijk de gedachte dat de ‘echtheid’ of ‘realisme’ van de training het belangrijkste criterium is voor effectieve training en leren. Ja, dat kan helpen, maar er zijn veel meer variabelen die training effectiviteit bepalen behalve dan ‘hoe echt’ de training is (1,2).

First responders leren niet alleen als in training en onderwijs de realiteit wordt nagebootst ook al kunnen praktijk simulaties een onderdeel van de training zijn. Juist in training is er de mogelijkheid een onderdeel uit de praktijk even extra uit te lichten en kunnen we deelaspecten in een veiliger omgeving oefenen. Ik trainde vroeger super realistisch in kickboksen door in de training in de ring wedstrijden te draaien. Ik leerde er niks van, kreeg blessures en werd onzeker. Minstens zo belangrijk als ‘hoe echt de training is’ is de kwaliteit van instructie en de vaardigheden en persoon van de trainer (1).

In de medische training en simulatie wetenschap zijn ook twijfels over het idee van het nabootsen van de werkelijkheid (fidelity):

Hamstra et al argue that fidelity in healthcare simulation has become so muddled that the best way to gain consensus on its meaning is a complete change in nomenclature (2) .

Tot slot, de term RB geeft geen enkele richting of houvast aan trainers behalve dat het blijkbaar realistisch moet zijn. Je moet het maar uitzoeken als trainer. Niet met een representatief training design. Ik zou daarom in navolging van politie en martial arts trainer Prof. dr. Mario Staller willen pleiten voor het spreken over een representatief training design in plaats van Reality Based trainen (3).

Representatief Training Design (RTD

In een Representatief Training Design (RTD) gaat het niet om het nabootsen van de ‘werkelijkheid’ maar om representatieve taken en situaties uit de praktijk te halen waarop deelnemers met een praktijkrelevante respons op kunnen reageren. Het gaat dus niet om het nabootsen van de hele werkelijkheid maar om representatieve taken en situaties. Denk aan een 2 tegen 2 voetbal partijtje op een klein veld met maximaal 2 keer aanraken en geen fysiek contact: verre van realistisch maar bevat wel alle elementen van voetballen, er is focus op een specifiek leerdoel zonder overweldigd te worden en de acties en reacties zijn reëel. De kern van het spel – waarnemen, beslissen, handelen – blijft overeind maar er is heen 100% nabootsing van de realiteit. 

Representative tasks allow the performer to search the environment for reliable information, integrate this information with existing knowledge, and complete an appropriate action [Broadbent et al. 2015].

Trade-Off Model of Simulation Design (TOMSD)

Staller en collega’s ontwikkelden op basis hiervan het Trade-Off Model of Simulation Design (TOMSD) die trainers vijf waardevolle inzichten geeft om onderbouwde, genuanceerde en te verantwoorden keuzes te maken in training ontwerp. Een eerste inzicht is het uitgangspunt dat representativiteit (wit boven) altijd in competitie is met gezondheid en veiligheid (wit onder). Hoe realistischer de training hoe meer kans op blessures en hoe meer aandacht voor veiligheid hoe meer afbreuk aan realisme als het gaat om training geweldbeheersing. Open deur maar ik zie veel voorbeelden van trainingen die of niet representatief of niet veilig zijn. Jij?

Mario S. Staller et al. (2017). Zie bronvermelding onderaan.

Ten tweede zie je dat representativiteit bestaat uit twee elementen: in hoeverre de taak lijkt op de echte taak (functionality) en in hoeverre daarop realistisch gereageerd kan worden (action fidelity). Een verrassingsaanval kan zeer hoog in functionaliteit zijn maar de verdediger kan niet voluit terugslaan (lage actie fideliteit). Het is de trainer die aan beide knoppen draait.

Ten derde zie je in de roze kolom de drie elementen van geweldsituaties beschreven: fysiek, perceptueel-cognitief en affectief. Als trainer kun je er een uithalen en oefenen waarbij je bewust de andere elementen even laat liggen. Niet realistisch maar wel leerzaam. Zo kun je AZV technieken oefenen zonder op dat moment teveel aandacht te besteden aan perceptie-cognitie (bv besluitvorming, informatie verwerking) of stressoren (affectief). 

Ten vierde kan de trainer aan drie knoppen draaien om de training te optimaliseren en de veiligheid te garanderen: intensiteit, complexiteit. Zo kan de intensiteit gereduceerd worden (minder snel en hard of minder contact. Ook kan de taak complexiteit gemanipuleerd worden door verminderen of vermeerderen van opties, verrassingen of ambiguïteit. Tot slot kan aan de affectieve knop worden gedraaid door wel of geen beschermingsmaterialen of het veiliger maken van de omgeving (dojo in plaats van straat).

Ten vijfde maakt het model onderscheidt tussen leer (je training, waar geleerd en gefaald wordt) en testomgeving (bv een simulatie waarin gekeken wordt waar de deelnemer staat). Beide hebben een verschillend doel en moeten als zodanig ingericht en begeleid worden. Een representatieve testomgeving is bedoelt om op een veilige manier de realiteit na te bootsen zodat de deelnemer getest is voordat hij op straat getest wordt in het ideale geval.

Lezen

Kurt Kraiger and J. Kevin Ford (2021). The Science of Workplace Instruction: Learning and Development Applied to Work. Annual Review of Organizational Psychology and Organizational Behavior. Vol. 8:45-72 (Volume publication date January 2021).

Adams, Reid et al (2018).  A Method for Functional Task Alignment Analysis of an Arthrocentesis Simulator, Simulation in Healthcare: The Journal of the Society for Simulation in Healthcare: August 2018 – Volume 13 – Issue 4 – p 289-294.

Mario S. Staller , Benjamin Zaiser, Swen Körner (2017). From Realism to Representativeness: Changing Terminology to Investigate Effectiveness in Self-Defence. Martial Arts Studies.