Training for the Job!

In deze studie (1) is gekeken of (aspirant) gevangenisbewaarders hun training in aanhouding en zelfverdediging technieken succesvol kunnen toepassen in realistische scenario’s. Het artikel is om vier redenen interessant voor justitie, politie, handhaving, ambulance maar ook zelfverdedigingstrainers. Ten eerste vanwege een tool box om systematisch zelfverdediging training te analyseren. Ten tweede vanwege de gebruikte methodiek om prestatie criteria voor zelfverdedigingsvaardigheden te ontwerpen. Ten derde vanwege het gebruik van focus groepen met experts om scenario’s te ontwerpen. Ten vierde vanwege het thema van een representatief training en testdesign. Maar ik begin met de conclusie van de studie.

Heeft de training effect?

De (aspirant) gevangenisbewaarders kunnen getrainde aanhouding en zelfverdediging technieken inderdaad toepassen in realistische scenario’s. Er zijn echter een groot aantal deelnemers die het gewenste niveau (volgens de experts/beoordelaars) niet halen! Voor de DJI reden om de huidige training onder de loep te nemen: wat gaat er goed?, wat gaat er minder goed?. Hoe kunnen we zorgen voor een betere transfer van de vaardigheden in de werkpraktijk? Bijvoorbeeld context gericht i.p.v. vaardigheid gericht te trainen. Of door integraal te trainen en meer realistische oefensituaties te ontwerpen.

Het observeren van trainingen: een observatie toolbox!

Ik heb de tool box niet kunnen vinden maar het laten observeren van trainingen geweldbeheersing is iets wat ik toe juich. Dit geeft objectieve data voor verbetering van en reflectie op training.

Voorafgaand aan de huidige studie hebben de (Hutter et al., 2019) systematisch alle 16 trainingen van het programma geobserveerd. De observaties laten dien dat het merendeel van de training gekenmerkt wordt door een traditionele lineaire benadering waarin deelnemers geïsoleerde vaardigheden leren, meestal in tweetallen beoefend.

Deelnemers oefenden een geïsoleerde vaardigheid stap voor stap en gingen vervolgens verder met oefenen van een andere geïsoleerde vaardigheid op dezelfde manier. In het algemeen drie of vier vaardigheden per sessie. Instructeurs gaven zowel impliciete en expliciete leerinstructies en feedback.

In een relatief klein deel van het trainingsprogramma (voornamelijk in de tweede helft van het trainingsprogramma), werd aandacht besteed aan de toepassing van de vaardigheden in rollenspellen tussen cursisten. Hier werden meer realistische contexten gebruikt en meer gebruik gemaakt van impliciete instructies. Dit deel bevatte dus aspecten van een niet-lineaire benadering van motorisch leren.

Prestatie criteria ontwerpen

Zonder te vervallen in eindeloze en nooit perfecte rubrics is het zeker zinvol om een keer met experts te kijken wat we nu eigenlijk verstaan onder een ‘goede vaardigheid’. Waaraan moet deze voldoen en zijn we het daar onderling als trainers ook over eens? Dit is belangrijk voor de lessen die we geven en de verwachtingen en leerprestaties van onze cursisten. In de figuur hieronder zie je enkele van de criteria opgesteld door experts.

Gebruik van focus groepen

Om tunnelvisie te voorkomen en uit de ivoren opleidingstoren te blijven zijn focus groepen een goed middel! Dit is belangrijk voor alle trainers in geweldbeheersing: gebruik expertise om de representativiteit van je scenario training te bevorderen! Voor politie training: gebruik experts maar vooral ook mensen uit de operatie. Voor ambulance idem: waar lopen mensen op straat echt tegen aan en hoe kunnen we dit (gedeeltelijk) terugbrengen naar training scenario’s. In dit geval zijn om representatieve scenario’s te ontwerpen twee focusgroepen actief geweest: een met huidige stafleden en een met instructeurs van de zelfverdedigingstraining. Hieruit zijn scenario’s ontstaan waarin (clusters van) zelfverdediging vaardigheden toegepast kunnen worden en die representatief zijn voor het dagelijkse werk van (aspirant) gevangenisbewaarders.

Bron (1)

Representatief trainen

Ik kom er steeds weer op terug: zorg dat je training en testomgeving representatief is. Hoeft niet altijd een complete simulatie te zijn maar de kern van de oefenvorm moet wel de essentie van de operatie bevatten. Er moeten reëele prikkels zijn om op te reageren en de deelnemer moet hierop realistisch kunnen reageren.

Overig

Mock scenario

Andere leerzame lessen uit deze studie zijn het ‘mock scenario’ waarin geen geweld wordt toegepast. Dit is cruciaal om beroepsbeoefenaren niet te primen dat er altijd geweld is en er altijd met geweld gehandeld moet worden:

A mock scenario was included to diminish the predictability of the violent nature of the scenarios. The additional scenario contained verbal aggression, but no physical attack, and were excluded from analysis.

Variëren

Variëren is een ander belangrijke leerinterventie: door eenvoudig van locatie te veranderen wordt de deelnemer al gedwongen actiever de omgeving waar te nemen en prikkels te verwerken. Op het PIOG leerden we dat van Marco van deer Hulst en Pascal Martens: niet direct naar een andere vaardigheid maar eerst variëren in diverse contexten. Een quote uit het artikel:

The three scenarios per cluster differed in location and the provided instruction for the correctional officer, but the required self-defence skills were the same.

In this way, scenarios were comparable enough to test the effect of training, but different enough to prevent predictability of the required skills.

Lezen

  1. Matthijs Koedijk, Peter G. Renden, Raôul R. D. Oudejans & R. I. (Vana) Hutter (2019): Training for the job: evaluation of a self-defence training programme for correctional officers, Ergonomics. DOI: 10.1080/00140139.2019.1677947
  2. Hutter, R. I. (Vana), M. Kok, R. R. D. Oudejans, M. Koedijk, and P. G. Renden. 2019. Analysis of self-defence training of correctional officers: A toolbox for systematic observation. Manuscript in preparation.Vrije Universiteit Amsterdam, Amsterdam.