CLA in politie training: de adaptieve operator

CLA is een visie op (motorisch) leren die er van uit gaat dat gedrag (oplossingen/tactieken) voortkomt uit de momentane interactie tussen een persoon en zijn taak in een specifieke omgeving. Doel is vergroten aanpassingsvermogen. Hoe kun je hiermee werken als politie trainer? En wat betekent dit voor je visie op AZV, VW en praktijktraining?

TOP (taak-omgeving-persoon)

Iedereen is anders (man/vrouw, zwaar/licht), elke omgeving is anders (donker/licht, binnen/buiten) en elke taak is anders (staande houden/aanhouden, fysiek/verbaal). Als de omgeving iets verandert heeft dit direct invloed op de persoon en zijn taak. En de eigenschappen van een persoon (bv. fysiek) heeft directe invloed op de wijze waarop deze zijn taak uitvoert.

Trainers als designers

Het doel van de trainer is het aanpassingsvermogen van de deelnemers te vergroten. Zodat ze zelf tot steeds betere of nieuwe oplossingen komen en om kunnen gaan met verstoringen.

De interactie tussen Taak, Omgeving en Persoon (TOP) maken elke situatie uniek en bepalen tot welke oplossing (tactiek/techniek) men komt. Er is dus geen ideale oplossing, er is alleen een oplossingsruimte. Met deze oplossingsruimte spelen we als trainers: we zijn eigenlijk designers.

Die oplossingsruimte hang af van de TOP kenmerken, deze geven meer of minder ruimte voor specifieke oplossingen. Als de omgeving iets veranderd (van licht naar donker) heeft dat grote invloed op de taak en de persoon en dus de oplossingen die gevonden worden.

Taak kenmerken:  Doel: aanhouden, staande houden, wel of geen fysieke inspanning voor de aanhouding, solo-duo of groepsaanhouding, fysieke aanhouding of gebruik geweldsmiddelen Regels: ambtsinstructie, instructies van leidinggevende enz. Materialen: wat heb je bij je, waar zit het, hoe zwaar weegt het enz.  
Omgeving:  Publiek, ‘tegenstander’, Donker of licht, binnen of buiten, koud of warm, pand of voertuig, wind of windstil enz.  
PersoonFysiek, lichaamsbouw, kracht, mentaal, motivatie, zelfvertrouwen enz.  

Toepassen

Bij het ontwerp van de training analyseer je de praktijk van je deelnemers en welke TOP kenmerken daar hun handelen bepalen. Wat is hun specifieke taak, wat zijn de specifieke spelregels, welke instructies krijgen ze mee, wat is het specifieke doel, welke materialen, wat zijn de omgevings-en persoonskenmerken enz.

In de training bied je die TOP kenmerken aan die ze in hun werk ook waarnemen. En deze manipuleer je zodat ze steeds oplossingen moeten vinden.

Je kunt door de TOP kenmerken zo te manipuleren precies het door jou als trainer gewenste gedrag oproepen. Als je de verdachte in zicht een vuurwapen laat trekken in een omgeving zonder dekking en omstanders is de kans heel groot dat de deelnemer hetzelfde doet.

Door de omgeving iets te veranderen – langslopende omstander – wordt de deelnemer gedwongen zijn aanpassing vermogen te trainen.

De taak kun je manipuleren door het doel: staande houding of aanhouding. Fysiek aanhouding of aanhouding zonder geweld. Heimelijk of zichtbaar. Ook kun je materiaal manipuleren door iets af te pakken of juist toe te voegen.

Zo kun je de omgeving manipuleren: kleiner of groter te maken. Lichter of donkerder. Geen of meerdere omstanders. Deze manipulaties moeten wel overeenkomen met de praktijk uiteraard.

De persoon kun je manipuleren door voorafgaand aan het scenario fysieke of mentale inspanning te vragen. Of door de emotionele staat te beïnvloeden door stressoren toe te voegen.

De adaptieve professional

Het doel is het zelf-organiserend vermogen van de deelnemers te vergroten door het manipuleren van TOP kenmerken die in hun werk voor komen. Het doel is niet de training zo te design dat het door de trainer gewenste gedrag er noodzakelijk uitkomt. Dat kan wel een keer maar als je dat teveel doet is er geen sprake meer van aanpassing. En juist die aanpassing aan steeds veranderende situaties is een cruciale eigenschap van politie werk (1,2,).

Lezen

  1. Staller, M.S., & Zaiser, B. (2015). Developing Problem Solvers: New Perspectives on Pedagogical Practices in Police Use of Force Training.
  2. Boulton, L., & Cole, J. (2016). Adaptive Flexibility: Examining the Role of Expertise in the Decision Making of Authorized Firearms Officers During Armed Confrontation. Journal of Cognitive Engineering and Decision Making10(3), 291–308
  3. De dynamische systeemtheorie in fysieke trainingDeel 1Onderliggende concepten, Bas Van Hooren, Paul Venner & Frans Bosch. Sportgericht 2017, nr 6.